Mathijs Paasschens behaalde in de eerste rit in lijn van de Kreiz Breizh in Bretagne zijn eerste overwinning als beroepsrenner.
Matthijs Paasschens. “De wedstrijd werd sterk gecontroleerd door BEAT, dat na de winst in de inleidende ploegentijdrit de leider in zijn rangen had. Er was een ontsnapping, wat het hun gemakkelijk maakte. Toen de vluchters gegrepen werden door het peloton, regende het echter aanvallen. Ik ben samen met negen andere renners uit het peloton weggereden en de verstandhouding was uitstekend, tot in de laatste lokale ronde. Ik voelde dat het wel eens mijn dag zou kunnen worden en ik heb alles gegeven. Ik ben heel blij met mijn overwinning in Bretagne, het is mijn eerste profzege. Ons doel is onze kopman Dimitri Peyskens te beschermen in de komende zware etappes die niet echt op mijn maat gesneden zijn. Ik denk dat Dimitri voor een ritzege en zelfs voor de eindzege kan gaan.”
UPDATE – Mathijs werd vierde in de tweede rit van de Kreiz Breizh en veroverde zo de witte leiderstrui.
Commentaar, Mathijs Paasschens. (AUDIO) “In het begin ging het vrij rustig. Er was een kleine kopgroep weg, hetzelfde scenario als gisteren eigenlijk. De koplopers kregen vrij veel ruimte. Er was controle van een paar ploegen. Ze kwamen niet echt dichter, maar we wisten dat er lastige plaatselijke ronden aan kwamen. De krachten werden dus een beetje gespaard voor de plaatselijke ronden, denk ik. Al vrij snel kwamen er aanvallen vanuit het peloton, er werd niet echt meer tempo gemaakt door een ploeg. Het was aan ons om een beetje te kijken welke ploegen en welke renners er belangrijk waren voor het algemeen klassement, op welke aanvallen we moesten reageren en op welke niet. Ik denk dat we dat als ploeg echt supergoed hebben gedaan. Op vier ronden van het einde ongeveer zag ik de kans om zelf een keer aan te vallen. Ik reed naar twee man die iets voor ons reden en er kwam nog een vierde man aansluiten. We zijn vrij snel bij de kopgroep gekomen en die hebben we dan direct achtergelaten. Het draaide weer goed rond, net als gisteren. Ik probeerde toch een beetje reserves over te houden voor als er nog aanvallen kwamen, want andere renners uit de kopgroep stonden vrij dicht bij mij in het algemeen klassement. Ik mocht dus eigenlijk niet lossen en na de laatste klim heb ik dan volle bak doorgereden voor de leiderstrui. In de spurt was ik vierde, maar dat deed er niet echt meer toe voor mij.”