Bij de beloften brak Mathijs Paasschens pas op 21-jarige leeftijd helemaal door, maar als neoprof gooide hij de voorbije weken al hoge ogen. De Nederlander van Wallonie-Bruxelles werd onder meer 9de in de Volta Limburg Classic en 6de in Parijs-Camenbert. Woensdag eindigde hij als 98ste in de Waalse Pijl, zijn allereerste WorldTourwedstrijd. Zondag komt hij ook aan de start van Luik-Bastenaken-Luik.
ROTTERDAM-LEUVEN. “Ik ben geboren in Rotterdam, maar toen ik ongeveer drie jaar oud was, zijn we naar België verhuisd voor het werk van mijn papa”, vertelt Mathijs Paasschens. “Daardoor heb ik geen Nederlands accent. Ik ben in Heverlee naar school gegaan en nu woon ik in Bevekom. In januari heb ik mijn bachelor in de sportwetenschappen behaald aan de KU Leuven. Nu ben ik begonnen aan de masteropleiding, maar ik neem maar een beperkt aantal studiepunten op en bovendien geniet ik een topsportstatuut.”
TOUR DE NAMUR. “Als tweedejaarsnieuweling ben ik puur voor het plezier beginnen te koersen, maar pas twee jaar geleden ben ik met een trainer beginnen te werken. Door de samenwerking met Jasper Vaeck heb ik een grote stap vooruit gezet. Als derdejaarsbelofte begon ik kermiskoersen te winnen. In 2017 schreef ik ook de Ronde van Vlaams-Brabant op mijn naam. Vorig jaar bevestigde ik met ritzeges in de Ronde van Namen en de Driedaagse van Cherbourg en overwinningen in de GP de la Magne en de Heuvelland Classic.”
PEYSKENS. “Tijdens de winter ben ik nog sterker geworden. Op de twee ploegstages hebben we goed gewerkt en begin januari ben ik zelf ook nog eens op stage getrokken met enkele trainingsmakkers. De stap van de beloftencategorie naar de profs is vrij groot. Er wordt ook heel anders gekoerst. De profs rijden meer georganiseerd en spelen veel meer het ploegenspel. Die tactische manier van rijden is een tof aspect dat erbij gekomen is. Bij de beloften moest ik het vooral van mijn punch op het einde van de wedstrijd hebben, ook bergop. Bij de profs moet ik nog ontdekken wat ik het beste kan. Ik rijd in grote lijnen hetzelfde programma als Dimitri Peyskens. Hij is echt een voorbeeld voor mij. Hij leeft honderd procent voor zijn sport. Tijdens de wedstrijden communiceert hij heel goed en ook buiten de koers geeft hij veel tips.”
WAALSE KLASSIEKERS. “In Parijs-Camenbert reed er in de tweede plaatselijke ronde een groep van tien tot vijftien renners weg. Ik kon mijn wagonnetje aanhaken en we haalden de vroege vluchters bij. Bij het ingaan van de slotronde kwam het peloton nog terug tot op 15 seconden, maar we bleven toch voorop. Uiteindelijk mocht ik voor de derde plaats spurten. Op het moment zelf was ik wat ontgoocheld met mijn zesde plaats, maar ik heb me toch mooi laten zien. Ik had trouwens niet gedacht dat ik al zo snel mijn eigen kans zou mogen gaan. Dat is goed voor de motivatie. Het is fijn dat ik nu mijn piek bereik, maar de Waalse klassiekers zijn nog wat zwaar voor mij. In Luik-Bastenaken-Luik wil ik vooral ervaring opdoen en onze kopmannen Eliot Lietaer en Dimitri Peyskens helpen. Ik probeer ook zoveel mogelijk te genieten.”