Jimmy Duquennoy en Ludovic Robeet mogen tevreden terugblikken op hun eerste Parijs-Roubaix door de profs. De twee renners van WB-Aqua Protect-Veranclassic zijn erin geslaagd mee te glippen in de vroege vlucht en ze staan heel lang in de kopgroep. Allebei zijn ze op de piste van Roubaix ook over de streep gereden, als 56ste en 73ste. Julien Stassen, die ook voor het eerst deelnam aan Parijs-Roubaix, werd 92ste en Kenny Dehaes 93ste.
Jimmy Duquennoy. “Ik denk dat we over een geslaagde dubbele missie mogen spreken. Samen met Ludovic Robeet zat ik in de vroege ontsnapping en we hebben allebei onze eerste Parijs-Roubaix tot een goed einde gebracht. Het duurde een tijdje voor de ontsnapping tot stand kwam. Ludo en ook Ludwig De Winter bevestigt om de 500 meter een ontsnapping op gang te brengen. uiteindelijk is Ludo erin geslaagd. Ik ben iets later komen eraan. Ik werd gegrepen op de kasseistrook van Arenberg, maar ik heb aangeklampt, ik ben wat op krachten kwamen en ik ben met een aantal van een tiental renners naar de aankomst gereden. Het was een heel mooie dag, een heel fijne ervaring!”
Ludovic Robeet. “De opdracht 's morgens was om mee te gaan in de vroege vlucht. Het is mij gelukt om mee te glijden. Het eerste deel van Parijs-Roubaix gaat over wegen die me perfect liggen: glooiend en goed lopend. Ik heb er dan ook van geprofiteerd. Jimmy Duquennoy is samen met Silvan Dillier tot een vervolg gekomen. Twee renners van dezelfde ploeg in de kopgroep, dat was een ideaal scenario. Kasseien zijn niet mijn specialiteit, maar dat heb ik gecompenseerd met mijn techniek. Ik ben heel tevreden over mijn prestatie in Parijs-Roubaix. In het laatste uur van de wedstrijd zat ik nog in de kopgroep. De jongste weken heb ik een heel mooi programma afgewerkt. Afgelopen woensdag zat ik nog in de vlucht in de goede Scheldeprijs. Dat toont aan dat ik tijdens het seizoen nog niet kan verbeteren. In Roubaix heb ik het nog eens bewezen. De enige valse noot is dat ik de afstand nog niet in de benen heb. Na kilometer 200 begon de motor te sputteren. Daar moet ik aan werken.”