Eliot Lietaer maakt op 1 augustus zijn comeback in de Ronde van Portugal. Het is al van 28 februari geleden dat hij nog een wedstrijd gereden heeft. Zijn lange afwezigheid is het gevolg van een operatie aan het zitvlak en vooral van een wervelbreuk die hij bij een val thuis opliep. Eliot voelt zich goed. In de Ronde van Portugal bekijkt hij het van dag tot dag, afhankelijk van hoe hij zich tijdens de wedstrijd voelt.
Eliot Lietaer. “Ik ben heel blij dat ik opnieuw kan koersen en ik ben heel gemotiveerd. Sinds 28 februari heb ik niet meer gekoerst. Ik heb een heel lange periode volledige rust in acht moeten nemen. De revalidatie verliep heel geleidelijk. Ik heb nu enkele goede trainingsweken achter de rug en ik voel dat de vorm terugkeert. Ik voel dat de benen goed zijn om aan de Ronde van Portugal te beginnen, maar we zullen zien hoe het in koers gaat. Halfweg de rittenwedstrijd maken we de balans op. Als ik me goed voel, dan rijd ik de Ronde van Portugal uit. Anders verlaat ik de wedstrijd. In het laatste geval zou de Arctic Race of Norway aan mijn programma toegevoegd kunnen worden, maar ik start met de wil om de volledige Ronde van Portugal te rijden. We zullen zien hoe mijn lichaam reageert.”
Fred Amorison, ploegleider. “Met 11 wedstrijddagen wordt de Ronde van Portugal de langste rittenkoers waaraan mijn renners ooit deelgenomen hebben. In het midden van de ronde is er een rustdag. Het eerste deel is het gemakkelijkst. De rittenwedstrijd begint met een heel korte proloog, van minder dan twee kilometer, en lange, maar niet al te moeilijke etappes. Het tweede deel, na de rustdag, is heel zwaar met lastige beklimmingen van soms wel 20 kilometer. De rittenwedstrijd wordt afgesloten met een individuele tijdrit van 17 kilometer op een zeer golvend parcours. De warmte – er worden de komende dagen temperaturen tussen de 36 en 40 graden voorspeld – zal een grote rol spelen eens we de kust verlaten. Dat wordt dus een bepalende factor. Voor onze renners is deze rittenkoers van eerste categorie belangrijk in die zin dat ze hun capaciteiten in het hooggebergte zullen leren kennen en hun vermogen om elf dagen te koersen.”