Na een meer dan geslaagde Ronde van Slowakije zal Sean De Bie deelnemen aan de Binck Bank Tour, die op 29 september van start gaat. In Slowakije stond hij twee keer op het podium. De Limburger verkeert dan ook in goede vorm ondanks een beetje slechter gevoel begin van vorige week. Sean de Bie staat te popelen om het beste van zichzelf te geven op de Belgische en Nederlandse wegen voordat hij doorgaat naar de Vlaamse klassiekers.
Belgisch kampioenschap. “De dag van het BK was een lange dag voor mij. Ik was 2 dagen ziek, dus ik kwam in het begin niet zo goed voor de dag. Het is jammer, want ik kwam uit een zeer goede Ronde van Slowakije. Gelukkig duurde de ziekte niet al te lang en voel ik me weer goed.”
Binck Bank Tour. “Ik kan niet wachten om van start te gaan. Er zijn verschillende ritten die bij me passen. De eerste etappe zal zeker erg nerveus zijn omdat het winderig zal zijn en het parcours bevorderlijk is voor waaiervorming. We zullen dus de hele dag heel attent moeten zijn en proberen voorin te blijven. Ik hoop dat ik er zal zijn om te strijden in de eindsprint. Woensdag is een tijdrit: het is niet te lang dus er is minder kans op tijdverspilling. De volgende dag, in Aalter, werd opnieuw een massasprint aangekondigd. Dit zal mijn laatste kans zijn om een goed resultaat te behalen omdat de laatste twee etappes heuvelachtiger zijn.”
Weer. “Ik denk dat het weer een hele grote rol gaat spelen in de Binck Bank Tour. Elk jaar is de race behoorlijk nerveus maar deze editie zal dat nog meer zijn met de aangekondigde klimatologische omstandigheden, veel regen en wind. Het zal ook niet erg warm worden en het is erg lang geleden dat we met lange mouwen moesten rijden. We zijn niet meer gewend om ons goed in te dekken om te gaan rijden en dat wordt belangrijk. De regen is voor mij geen probleem, maar ik hoop toch dat het niet te koud wordt.”
Klassiekers. “De Binck Bank Tour is een van de laatste races voor de Flandrien-klassiekers. Ik weet nog niet precies hoe mijn programma eruit zal zien, maar ik kan niet wachten om de strijd aan te gaan in Vlaanderen.”