Wallonie-Bruxelles rekent in de Schaals Sels op de snelle benen van Baptiste Planckaert, Justin Jules en Aksel Nõmmela. Neoprof Mathijs Paasschens wil in Merksem een van zijn ploegmaten aan de overwinning helpen. Volgende week wil de winnaar van de Kreiz Breizh Elites, die dinsdag nog twaalfde was in de Grote Prijs Stad Zottegem, zich in de Druivenkoers en de Grote Prijs Jef Scherens ook zelf in de kijker rijden.
Mathijs Paasschens. “Ik presteer in mijn eerste seizoen als prof beter dan ik had gehoopt. In het begin was mijn doel zoveel mogelijk ervaring op te doen en zoveel mogelijk van mijn oudere ploegmaten te leren. Dat is voor een stuk nog mijn doelstelling, maar ik had ook al snel begrepen dat ik af en toe voor eigen rekening zou mogen rijden en als je die kans krijgt, dan moet je hem grijpen. Dat heb ik gedaan in de Kreiz Breizh Elites. Tijdens de tweede rit zat ik in de goede vlucht en zo schoof ik op naar de vierde plaats in het algemeen klassement. Een dag later was ik weer mee en veroverde ik de leiderstrui. Tijdens de vierde en laatste rit heeft de ploeg me supergoed geholpen om de trui te behouden.”
“In de Grote Prijs Stad Zottegem trok ik al heel vroeg met een andere renner in de aanval. Na een grote valpartij in het peloton keerde maar 30 à 35 man meer terug. Het regende aanvallen en uiteindelijk bleven we nog met een groep van een goede 20 renners over. Het werd een tactische finale, maar na ongeveer 180 kilometer in de aanval had ik niet veel meer over en moest ik me beperken tot aanklampen.”
“De Schaals Sels is een vlakke koers en dat is niet echt mijn ding, maar het is wel een goede voorbereiding op de Druivenkoers en de Grote Prijs Scherens van volgende week. Met Baptiste Planckaert, Justin Jules en Aksel Nõmmela kunnen we in Merksem een gooi doen naar de overwinning. Justin was even ziek, maar is nu weer beter, Baptiste heeft al bewezen dat hij in vorm is en Aksel presteert heel regelmatig. Het wordt mijn taak die rappe mannen zo goed mogelijk in stelling te brengen.”
“Ik ben in Heverlee opgegroeid. Ik kijk dan ook uit naar de Druivenkoers en de Grote Prijs Scherens. Het is plezant om op je eigen trainingsparcours te koersen. Vorig jaar stond ik nog aan de kant te kijken. Ik wil me laten zien, in een vroege ontsnapping of later in de wedstrijd. Ik zie wel hoe ver ik geraak.”